Belastingdienst laat box 3 even liggen na uitspraak van Hoge Raad

DEN HAAG - De Belastingdienst legt voorlopig geen aanslagen op in box 3, waar inkomsten uit sparen en beleggen onder vallen. Staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst schrijft vandaag in een brief aan de Tweede Kamer dat de Belastingdienst meer tijd nodig heeft om een recent vonnis van de Hoge Raad hierover te verwerken.

De Hoge Raad oordeelde in december dat de heffing in box 3 in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Het gaat daarbij om de vermogensrendementsheffing op basis van hoge fictieve rendementen.

Belastingbetalers waren een massale procedure begonnen over die heffing over de jaren 2017 en 2018. De staatssecretaris wijst er in zijn brief aan de Tweede Kamer op dat de uitspraak zeker ook gevolgen zal hebben voor de heffingen in 2019 en 2020 en dat mogelijk ook belastingbetalers moeten worden gecompenseerd die geen bezwaar hebben gemaakt.

Van Rij wil de wetgeving nu snel in lijn brengen met de uitspraak van de Hoge Raad. Tot die tijd schort hij de heffingen in box 3 op, al zijn er wel uitzonderingen. Wanneer verjaring dreigt, wordt de aanslag wel vastgesteld en dat gebeurt ook wanneer het in het belang van de belastingplichtige is. Dat laatste is volgens Van Rij bijvoorbeeld het geval bij voorlopige aanslagen, een verliesrekening en middelingsverzoeken.

Het is nog onduidelijk wat het arrest van de Hoge Raad de Staat gaat kosten aan compensatie van gedupeerde belastingbetalers. De staatssecretaris hoopt daar binnen enkele weken meer duidelijkheid over te hebben.