Bijna drie kwart van werkgevers moet (deel) loonsteun terugbetalen

DEN HAAG - 70 procent van de bedrijven die in de eerste ronde van 2020 loonsteun (NOW) konden aanvragen, moet (een deel van) het voorschot dat ze hebben gekregen terugbetalen. In de meeste gevallen komt dat doordat de omzet toch hoger is uitgevallen dan waar ze bij de aanvraag van uitgingen. Dat schrijft minister Karien van Gennip in een brief aan de Tweede Kamer.

"Het UWV gaat coulant om met dergelijke terugbetalingen", aldus van Gennip. Werkgevers krijgen in beginsel zes weken de tijd om het bedrag terug te betalen.

Bedrijven kunnen binnen die periode ook een betalingsregeling afspreken. Dan kunnen ze het geld uitgesmeerd over een periode tot vijf jaar terugstorten. "Daarnaast kan op verzoek van de werkgever een betaalpauze van een jaar worden ingelast en is er bij de betaaltermijnen geen sprake van rente."

Die terugvorderingen lopen al en dat levert volgens de minister niet al te grote problemen op. Ruim zes op de tien werkgevers betalen het geld direct terug. Met iets minder dan een derde is een regeling afgesproken. De overige 7% heeft nog niet gereageerd op het verzoek van het UWV om terug te betalen.

De uitkeringsinstantie probeert dan gedurende een paar weken alsnog iets af te spreken met de bedrijven. In het uiterste geval wordt een aanmaning verstuurd en de vordering uit handen gegeven. Dat is nu bij 89 bedrijven gebeurd.

 

Zie ook: Duizenden werkgevers moeten NOW-steun terugbetalen

Laatste nieuws